Het ‘jongste’
van de vastgoedcertificaten van winkelcentra is intussen ook aan zijn
twintigste boekjaar toe. Bij het laatste jaarverslag werden enkele cijfers
toegelicht. Het winkelcentrum heeft momenteel een bankschuld van iets meer dan
€ 2 miljoen. Er is een restschuld voor de renovatie van 2004 die nog dit jaar
volledig afbetaald wordt. De terugbetalingen van de overige investeringskredieten
voor de dakrenovatie van 2012 lopen nog tot 2023. Het totaalbedrag van de
bankschulden bedraagt momenteel iets meer dan €15 per certificaat. Dit nauwelijks
meer dan de helft van het brutobedrag van de jaarlijks uitgekeerde coupon. In het verslag van de algemene vergadering eist het juridisch steekspel met Redevco, de maatschappij boven ex-huurder C&A de meeste aandacht op.
Juridisch steekspel
Het dossier
erfpacht Ileas/C&A kent 2 facetten :
Hierbij oordeelde de Rechtbank van Koophandel te Leuven dat Redevco Retail Belgium een bedrag van € 20.000 in hoofdsom verschuldigd is aan Immo-Basilix ten titel van schadevergoeding wegens tergend en roekeloos geding. Anderzijds oordeelde de Rechtbank van Koophandel dat Redevco Retail Belgium gerechtigd is om de door haar betaalde onroerende voorheffing en gewestbelasting, provisioneel begroot op € 625.000,84, in mindering te brengen van de aan Immo Basilix te betalen schadevergoeding naar aanleiding van de onrechtmatige beëindiging van de erfpachtovereenkomst.
Dit vonnis schendt – naar het oordeel van Immo Basilix – op dit laatste punt het gezag van het definitieve vonnis van 18 mei 2009. Immo-Basilix beraadt zich over de te ondernemen stappen.
Parallel met die procedure heeft Immo Basilix een bevel tot betaling laten betekenen aan Redevco Retail Belgium, dat vervolgens door Redevco Retail Belgium werd aangevochten voor de Beslagrechter bij de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel. In deze procedure is op 7 november 2013 een vonnis tussengekomen, waarin de Beslagrechter oordeelde dat het bevel tot betalen zonder uitwerking dient te blijven om redenen dat – volgens die uitspraak - het vonnis van de Rechtbank van Koophandel te Brussel dd. 18 mei 2009, zijnde het vonnis waarin de door Redevco Retail Belgium aan Immo-Basilix te betalen schadevergoeding wordt begroot, niet duidelijk is, minstens ruimte laat voor discussie over het precieze bedrag dat Redevco Retail Belgium dient te betalen. Dit houdt in dat de Rechtbank van Koophandel te Brussel die het vonnis heeft gewezen, haar eigen vonnis van 18 mei 2009 dient te interpreteren om in dit finale vonnis de schadevergoeding definitief te begroten.
De zaak werd gepleit en de vordering van Redevco Retail Belgium werd in een gemotiveerde uitspraak door de Rechtbank van Koophandel te Brussel integraal afgewezen. Redevco Retail Belgium heeft hoger beroep ingesteld, dat op heden nog hangende is.
Naar een
liquidatie?
De beheerders
hebben eerder deze maand aangekondigd dat er gepolst wordt naar de interesse
van mogelijke investeerders voor de verkoop van het winkelcentrum, wat uiteindelijk ook de
liquidatie van het certificaat zou meebrengen. De marktomstandigheden zijn
momenteel gunstig.
Nota: Na het 15de en tot het 25ste boekjaar, kunnen de beheerders zonder mandaat van een buitengewone algemene vergadering overgaan tot verkoop van het vastgoed en de liquidatie van het certificaat.
Na het 25ste boekjaar dienen zij een verlenging van het certificaat aan te vragen om de exploitatie verder te zetten. Indien de algemene vergadering dit niet toestaat, dient het vastgoedpatrimonium binnen de drie jaar verkocht te worden.
Meer lezen over Vastggoedcertificaten?
Een lijst van postings (inclusief de vroegere postings op Mining corner) is te vinden op de indexpagina
Juridisch steekspel
Het dossier
erfpacht Ileas/C&A kent 2 facetten :
1) De eenzijdige beëindiging op 1
oktober 2001 van de erfpachtovereenkomst tussen Immo-Basilix en ILEAS :
Zoals reeds
vermeld in het jaarverslag van 19 november 2012 werd de zaak door het Hof van
Cassatie verwezen naar de Rechtbank van Koophandel te Leuven teneinde twee
aspecten van de afrekening tussen de partijen te bepalen, zijnde de vraag wie
er dient in te staan voor het ten laste nemen van de onroerende voorheffing
enerzijds en de vraag naar de schadevergoeding die Immo Basilix heeft gevorderd
wegens tergend en roekeloos procederen in hoofde van REDEVCO RETAIL BELGIUM.Hierbij oordeelde de Rechtbank van Koophandel te Leuven dat Redevco Retail Belgium een bedrag van € 20.000 in hoofdsom verschuldigd is aan Immo-Basilix ten titel van schadevergoeding wegens tergend en roekeloos geding. Anderzijds oordeelde de Rechtbank van Koophandel dat Redevco Retail Belgium gerechtigd is om de door haar betaalde onroerende voorheffing en gewestbelasting, provisioneel begroot op € 625.000,84, in mindering te brengen van de aan Immo Basilix te betalen schadevergoeding naar aanleiding van de onrechtmatige beëindiging van de erfpachtovereenkomst.
Dit vonnis schendt – naar het oordeel van Immo Basilix – op dit laatste punt het gezag van het definitieve vonnis van 18 mei 2009. Immo-Basilix beraadt zich over de te ondernemen stappen.
Parallel met die procedure heeft Immo Basilix een bevel tot betaling laten betekenen aan Redevco Retail Belgium, dat vervolgens door Redevco Retail Belgium werd aangevochten voor de Beslagrechter bij de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel. In deze procedure is op 7 november 2013 een vonnis tussengekomen, waarin de Beslagrechter oordeelde dat het bevel tot betalen zonder uitwerking dient te blijven om redenen dat – volgens die uitspraak - het vonnis van de Rechtbank van Koophandel te Brussel dd. 18 mei 2009, zijnde het vonnis waarin de door Redevco Retail Belgium aan Immo-Basilix te betalen schadevergoeding wordt begroot, niet duidelijk is, minstens ruimte laat voor discussie over het precieze bedrag dat Redevco Retail Belgium dient te betalen. Dit houdt in dat de Rechtbank van Koophandel te Brussel die het vonnis heeft gewezen, haar eigen vonnis van 18 mei 2009 dient te interpreteren om in dit finale vonnis de schadevergoeding definitief te begroten.
2) de
gemeenschappelijke lasten :
Redevco Retail
Belgium heeft Immo-Basilix gedagvaard in terugbetaling van nog niet verjaarde
gemeenschappelijke lasten voor het totaal bedrag van 337.239,05 € in hoofdsom.De zaak werd gepleit en de vordering van Redevco Retail Belgium werd in een gemotiveerde uitspraak door de Rechtbank van Koophandel te Brussel integraal afgewezen. Redevco Retail Belgium heeft hoger beroep ingesteld, dat op heden nog hangende is.
Naar een
liquidatie?
De beheerders
hebben eerder deze maand aangekondigd dat er gepolst wordt naar de interesse
van mogelijke investeerders voor de verkoop van het winkelcentrum, wat uiteindelijk ook de
liquidatie van het certificaat zou meebrengen. De marktomstandigheden zijn
momenteel gunstig. Nota: Na het 15de en tot het 25ste boekjaar, kunnen de beheerders zonder mandaat van een buitengewone algemene vergadering overgaan tot verkoop van het vastgoed en de liquidatie van het certificaat.
Na het 25ste boekjaar dienen zij een verlenging van het certificaat aan te vragen om de exploitatie verder te zetten. Indien de algemene vergadering dit niet toestaat, dient het vastgoedpatrimonium binnen de drie jaar verkocht te worden.
Meer lezen over Vastggoedcertificaten?
Een lijst van postings (inclusief de vroegere postings op Mining corner) is te vinden op de indexpagina
Geen opmerkingen:
Een reactie posten