28 mei 2018

Wat vertelt een orderboek?

Als je een beursorder plaatst, loont het de moeite om even naar het orderboek te kijken.  Dat geldt zeker voor een minder vaak verhandeld aandeel.

Wat vertelt een orderboek?

Tijdens een beurssessie omvat het orderboek de niet-uitgevoerde limietorders.  Aan de linkerzijde (de 'bid') staan de niet-uitgevoerde kooporders, samen met de geboden koers en het gevraagde aantal aandelen.  Aan de rechterzijde (de 'ask') staan niet-uitgevoerde verkooporders, tegelijk met de vraagprijs en en het aangeboden volume.  Daarnaast is bij elke bied- of vraagprijs aangegeven over hoeveel koop- of verkooporders het gaat.

Buiten beurstijd worden ook marktorders vermeld (steeds bovenaan). Tegelijk kunnen ook de hoogste bid(s) boven de laagste ask(s) liggen. Het evenwicht daartussen bepaalt dan de openingskoers.

Doorgaans zie je het orderboek niet in real-time.  Op de site van Euronext Brussel staan er tot maximum 10 lijnen langs elke zijde. Onderaan is ook nog eens opgegeven wat het totale aangeboden volume is voor de tien lijnen.  De informatie wordt elke minuut aangepast, maar wel 15 minuten vertraagd.  Je merkt dus vaak dat de laatste effectieve koers - die is wel in real time - al boven de laagste vraagprijs is gestegen. Het komt even vaak voor dat de laatste koers reeds onder de hoogste biedkoers is gedaald. Tenzij één van deze limietorders ter elfder ure zijn geannuleerd, zullen deze intussen uitgevoerd zijn.

De meeste brokers geven de hoogste biedkoers en de laagste vraagkoers wel zonder vertraging.  Sommigen voegen daar ook tot vijf lijnen bied- en vraagkoersen aan toe.  In dit geval zie je meteen na het plaatsen van je order dat jouw gevraagd of aangeboden volume wordt toegevoegd aan de lijn van die prijs. Als jij het enige order met die prijs hebt ingelegd, wordt dit als een extra lijn aangegeven.  De lijn met de laagste biedkoers of hoogste vraagkoers verdwijnt daardoor uit de tabel.

Tick size

Voor courant verhandelde aandelen met hoge beurscapitalisatie is de 'tick size' (dit is het minimum toegestane prijsverschil tussen opeenvolgende koersen) erg klein. Volgens de nieuwe MIFID II richtlijnen is die tick size afhankelijk van de prijs van het aandeel en van het gemiddelde aantal dagelijkse verrichtingen. Een PDF document op de Euronext site helpt je iets verder.  Dan blijf je nog op je honger met betrekking tot de liquiditeitsklassen, maar eén en ander wordt in een spreadsheet aangegeven op de  Euronext site. Toegegeven, de lijst met ISIN codes van aandelen kon duidelijker...

De meeste GVV'n blinken niet meteen uit in liquiditeit. Daardoor zijn de tick sizes soms aan de hoge kant.  Bvb Ascencio, QRF en Xior zitten in liquiditeitsklasse 21 met gemiddeld tussen 10 en 80 verhandelingen per dag.  Dat geeft dan een tick size van €0.05 voor een koers tussen €10 en €20, van  €0.10 voor een koers tussen €20 en €50 en van €0.20 daarboven (tot €100).  Voor QRF dat net boven €20 noteert, merk je onderaan het orderboek nog enkele toegelaten bids beneden €20 die slechts €0.05 van elkaar verschillen.

Cofinimmo wordt veel vaker verhandeld en zit in liquiditeitsklasse 23 met gemiddeld 600 tot 2000 transacties.  Daardoor is de tick size eveneens €0.10, ondanks de veel hogere koers boven €100.

Wat kan je daaruit afleiden?

De tick size is bepalend voor het minimumverschil tussen de hoogste en de laagste bid of ask in het orderboek. Je ziet ook meteen of de hoogste bid (links) en de laagste ask (rechts) juist één of meer dan één ticks van elkaar verwijderd zijn.  Een minimaal verschil is bervorderlijk voor de liquiditeit.

Veel hogere totale volumes bij de bids (links) duiden op een mogelijke koopdruk, vooral als die orders onvoldoende gecompenseerd zijn door het aangeboden volume van 'asks' rechts.  In het omgekeerde geval kan je spreken van verkoopdruk.

De evolutie in het orderboek: bvb stelselmatig hogere aangeboden volumes tegen de laagste vraagprijs (ask) duiden op een aanzwellende verkoopdruk.  Verkopers positioneren hun vraagprijs lager om hun positie verkocht te krijgen. Het orderboek raakt daardoor erg uit balans en de koers daalt tot wanneer de meeste verkopende partijen het welletjes vinden. De enkelingen die dan nog lager gaan bepalen het koersminimum.

Voor een relatief groot volume is het steeds nodig om na te gaan tegen welke koers dit kan verkocht dan wel aangekocht worden.  Het geeft ook aan wat de kans is op een gedeeltelijke uitvoering. Dat is vooral belangrijk indien de koerstrend keert en het resterende gedeelte uit de markt geprijsd wordt.

De aankoop van slechts enkele aandelen is een dure aangelegenheid inzake transactiekost.  Minstens even erg is het als je nog slechts enkele aandelen van je te verkopen positie overhoudt.

De MIFID-II richtlijnen mbt de tick size lijken niet te gelden voor vastgoedcertificaten, verhandeld op de fixingmarkt.  Daardoor blijft de beunhazerij als vanouds mogelijk. Bvb: een verkooporder kan geneutralizeerd worden door een opportunisitsch order gelimiteerd aan 1 cent lager. Uiteraard doet dit zich vooral voor zodra er voldoende vraag is (bij voorkeur tegen marktkoers).  Wie de hierboven vermelde excel sheet met de liquiditeitsklassen grondig napluist, zal echter merken dat onderaan de meeste vastgoedcertificaten momenteel ten onrechte geklasseerd zijn in liquiditeitsklasse 25, tussen de meest liquide aandelen zoals AB-Inbev of Ahold-Delhaize met meer dan 9000 transacties per dag. In betere tijden haalden vastgoedcertificaten dit aantal over een volledig jaar. Er is m.a.w. geen terkortkoming in de richtlijnen maar wel een hiaat in de uitvoering ervan.

en dan zijn er nog...

biedkoersen en laatkoersen.  Deze komen voor als er geen openingskoers kan gevonden worden binnen het koersinterval bepaald door twee drempelwaarden. Tijdens een beurssessie liggen deze drempelwaarden 5% onder of boven de laatst gevormde koers. Voor liquide aandelen is er een korte opschorting van de beursnotering voorzien (tradingstatus 'Halted') als er binnen de voorziene drempelwaarden geen koers (meer) kan gevormd worden. De drempelwaarden worden dan na de 'trading halt' bijgesteld.
Tussen beurswerkdagen in wordt meestal een 10% drempel gehanteerd.  Opeenvolgende biedkoersen worden (voor weinig liquide aandelen) dagelijks 10% verhoogd en laatkoersen worden 10% verlaagd tot er opnieuw handel mogelijk is. 
Van deze algemene regels kan afgeweken worden. Als er bvb een openbaar bod wordt aangekondigd dat 25% boven de laatste notering ligt, is de prijs van dit openbaar bod indicatief voor de prijsvork waarbinnen de volgende koersvorming verwacht kan worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten